1 september 2020

Column: leuk meisje

Leuk meisje

 

Morgen is het 2 september.  De dag waarop 75 jaar geleden Japan capituleerde, de Tweede Wereldoorlog was voorbij. De herdenkingsplannen voor dit jaar zijn helaas maar bescheiden of zelfs helemaal niet uitgevoerd.

Het is goed stil te staan bij die tijd die alles anders maakte. Mensen kwamen voor lastige keuzes te staan. Het is te gemakkelijk om de samenleving van toen in te delen in goed en fout.  Neem hoofdveldwachter S. Van Ingen. Met enkele collega’s weigerde hij te assisteren bij de wegvoering van Joodse inwoners. Ze werden gearresteerd. Een plaatsvervanger, K. Doeven, was uit het tegenovergestelde hout gesneden.  De man was bijzonder actief in het opsporen van Joden en andere ‘collaborateurs’. Maar wat te denken van een derde agent die zeker niet Duitsgezind was en toch met de Duitsers meewerkte. Toen hij daarop werd aangesproken gaf hij aan het liefst met uniform en al onder de grond te verdwijnen.  Maar weigeren en onderduiken durfde hij met het oog op zijn gezin niet. Wat een dilemma’s!

Vorige week stuitte ik op het verhaal van mijn opa Krijn Polinder in 1943. Toen hij de oproep kreeg zich te melden voor de arbeidsinzet in Duitsland weigerde hij. Voor de schijn vertrok hij met de fiets van huis. Hij vermeed echter het station en zwierf door de bossen rond Nunspeet, om zich in het donker weer thuis te melden. De resterende oorlogsjaren hield hij zich schuil op en rond het erf.  Dat moet voor hem een beangstigende tijd zijn geweest. Hoewel mijn opa weleens wat vertelde over zijn oorlogsherinneringen, las ik ook iets wat ik nog niet wist: toen hij die dag rondzwierf door de bossen kwam hij een ‘leuk meisje’ tegen. Ze woonde op een boerderij op het  ‘Het Soerel’, tussen Nunspeet en Epe. Dat meisje werd later zijn vrouw en mijn oma. Zo hield hij toch iets moois over aan deze tijd.