2 november 2018

Inbreng SGP bij Politieke Beschouwingen

 

Voorzitter,

We zijn uitgenodigd om in vijf minuten een algemene reactie te geven op de begroting en het collegeprogramma, ik wil daar vanuit de SGP fractie graag invulling aan geven. In tweede en eventueel derde termijn zullen we dan ingaan op allerlei concrete zaken.

In Hulshorst woon ik op een prachtige plek tussen de weilanden, schuin tegenover wethouder Jaap Groothuis, die ik regelmatig voorbij zie rijden, al dan niet op een trekker.

Ik woon daar in een deel van een prachtige boerderij. In die boerderij zijn 3 wooneenheden gemaakt. Omdat de eigenaar van de boerderij een tijdlang in het buitenland verbleef stelde hij een rentmeester aan. In de eerste instantie toen ik dat hoorde dacht ik: een rentmeester is toch iets van vroeger? Bestaan die nog? Nou voorzitter, het is dus uiterst actueel.

Het jaar 2018 staat politiek gezien in het teken van verkiezingen en de vorming van een coalitie en een college. Voor mij de eerste keer dat ik als fractievoorzitter hier nauw bij betrokken ben geweest. Tijdens zo’n periode van onderhandelen en praten is het ook goed om af en toe even een stap terug te doen. Welke rol zie ik eigenlijk voor de overheid, voor ons als politiek?

En dan kom ik uit bij zo’n rentmeester. In eigen bewoordingen: een persoon die is aangesteld om het bezit van iemand anders te beheren, om het netjes te houden en er opbrengst uit te halen.

Voorzitter, ik zie ons als rentmeesters. In die titel rentmeester zitten twee woorden: rente en meester.

Het bezit wat aan een rentmeester wordt toevertrouwd moet renderen, het moet wat opleveren. Er moet rente zijn. Die rente kan bestaan uit vermeerdering van de geldelijke middelen door verhuur of verpachten van bezittingen van de eigenaar. Maar het heeft ook een inhoudelijke kant: goed zorgen voor de bezittingen van de eigenaar.

Tegelijk zegt het woordje ‘meester’ iets over de kwaliteit die de persoon te bieden heeft. Deskundigheid. Vakmanschap. Als SGP fractie willen we zulke rentmeesters zijn.

We zijn nog weleens geneigd om te denken vanuit bezit. Het is onze gemeente, het zijn onze gronden, het zijn onze bezittingen, onze gebouwen, onze… Vul maar in. Maar vanuit mijn geloofsovertuiging past dat niet. Het is in de eerste plaats van God. We zijn rentmeesters van de schepping die God aan ons als mensen heeft toevertrouwd.

In het verlengde daarvan zijn we rentmeester van de stem die de inwoner van Nunspeet aan ons gegeven heeft. We moeten zorgvuldig omgaan met het financiële plaatje van de gemeente, de gemeentelijke voorzieningen. We moeten financieel en inhoudelijk meester zijn in het leveren van rente. Om de gemeente goed te onderhouden en als het kan elk jaar iets mooier of beter te maken.

Dat is waar dit college zijn best voor doet en wat we enorm waarderen. En dat is de dure plicht die wij hier hebben. Geen goedkope praatjes en snelle oplossingen, maar gedegen en doorwrochte antwoorden op politieke vraagstukken. Antwoorden die recht doen aan de kwaliteit die onze inwoner van ons mag verwachten. Plannen die onze inwoners waar voor hun geld geven.

Voorzitter, we zijn blij met de plannen die voorliggen. We hebben alle vertrouwen in de uitwerking in het komende jaar. Tegelijk staat er nog veel op stapel. Dus we zullen ook voorzichtig moeten zijn, we zullen komende jaren creatief moeten zijn om telkens weer de begroting sluitend te krijgen, ondanks alle ambitieuze projecten die op stapel staan.

En we zijn wat dat betreft dit jaar wel een beetje op de koffie gekomen. Het kabinet heeft ons de lokale verkiezingen ingestuurd met een rooskleurig financieel plaatje. Vervolgend werd dat in mei bijgesteld. En als klap op de vuurpijl werd dat in september nogmaals over gedaan.

Gevolg: het coalitieakkoord wat we hebben gesloten is deels niet uitvoerbaar. We moeten schrappen. En dat voelt niet goed.

Wat ons betreft doen we er alles aan om de grote projecten die we op stapel hebben staan toch voor elkaar te krijgen. De tunnels onder het spoor, de betere onderwijshuisvesting, een prachtig sportcomplex met daarin een zwembad en concrete grootschalige duurzaamheidsmaatregelen.

Maar we moeten ook eerlijk zijn: willen we dit de komende jaren gaan realiseren dan moeten we op andere thema’s de broekriem aanhalen en we zullen een forse extra bijdrage van onze inwoners moeten vragen.

En als rentmeesters moeten we dat ten allen tijde kunnen verantwoorden. Vanavond gaan we over die verantwoording met elkaar en met het college in gesprek.

Ondanks de voor ons negatieve financiële plaatjes vanuit het rijk het ik er met dit college alle vertrouwen in dat 2019 geen minder jaar dan 2018 hoeft te worden.

Tot slot: rentmeesterschap is niet iets van de politiek of overheid alleen. Rentmeester moeten we allemaal zijn. Zuinig zijn op het gezin, het stukje aarde, de omgeving die ons is toevertrouwd. Als overheid moeten we daarin onze verantwoordelijkheid nemen. Maar zeker ook als individuele inwoners van deze gemeente.

U als college, u als gemeenteraad en u als inwoner van deze gemeente beheerd zogezegd geleend goed.

Laten we vanuit die houding ons geleende goed beheren.

Dank u wel.